Waardes

leestijd: 6 minuten

waarde datatype bool integer decimal string binair

Over 0 en 1

Computers zijn binaire machines: het enige dat ze kennen (en nodig hebben) zijn 0 en 1! Dit is een groot voordeel, want dit maakt het idee achter een computer heel erg simpel: je slaat een hoop 0 en 1-tjes op in het computergeheugen, voert enkele bewerkingen uit en je krijgt een heleboel nieuwe 0-en en 1-en.

Het grote nadeel is dat een computer heel moeilijk is om mee te werken: hoe ga je alle ideeën van een mens omzetten naar 0 en 1-tjes? Hiervoor dienen programmeertalen. Net zoals ‘gewone’ talen (zoals Engels, Frans of Nederlands) dienen om ideeën te communiceren naar andere mensen, gebruik je programmeertalen om ideeën te communiceren naar een computer.

Een programmeertaal is dus een taal die je schrijft met letters, cijfers en leestekens (net zoals Engels, Frans of Nederlands), met de speciale eigenschap dat deze gemakkelijk kan worden omgezet in binaire code. Een programmeertaal is dus gemaakt voor mensen, zodat onze ideeën omgezet kunnen worden in 0 en 1-tjes. Een speciaal programma, zoals een compiler of een interpreter, zet deze programmeertaal vervolgens om in binaire code.

Net zoals andere talen bestaat een programmeertaal uit een aantal bouwstenen. In het Nederlands gebruiken we bijvoorbeeld onderwerpen, werkwoorden en lidwoorden als de bouwstenen om onze ideeën te kunnen uitspreken tegen een andere persoon. Een programmeertaal heeft ook zo’n bouwstenen, je kan de belangrijkste hieronder bekijken. Deze bouwstenen gebruiken we om onze ideeën te kunnen uitspreken tegen een computer.

Wat is een waarde?

KLASSE ITERATIE SELECTIE FUNCTIE OBJECT BLOK INSTRUCTIE EXPRESSIE ARRAY VARIABELEN WAARDES

De eerste, belangrijke bouwsteen zijn de waarden. Waarden zijn de ‘soorten dingen’ die je kan opslaan op een computer. Het idee achter deze waarden is heel simpel: welke dingen zijn (a) gemakkelijk om te begrijpen voor een mens en (b) gemakkelijk om te zetten naar 0 en 1?

Datatypes

Deze vier soorten data, die we als programmeur datatypes noemen, zijn de 4 datatypes die we zullen gebruiken om elk programma te schrijven. Elk spel dat je speelt, elke tekstverwerker die je gebruikt, elk tekenprogramma waar je mee tekent zal enkel en alleen bestaan uit deze 4 data types. De vier datatypes zijn dus: booleaanse waardes, integers, decimals en strings.

In sommige programmeertalen zijn er voor deze datatypes nog enkele variaties. Zo zal je voor decimals weleens de benaming float en double tegenkomen. Dit heeft veelal te maken met het aantal nullen en enen waarmee het getal gevormd is. Een double heeft twee keer zoveel nullen en enen als een float.