Expressies

leestijd: 10 minuten

expressie rekenkundige operatie logische operatie operatie voorwaarde operator vergelijking

Expressie

Expressies zorgen ervoor dat een programmeur de waardes in een variabele kan veranderen.

bouwstenen van programmeren

Een expressie is een bewerking met als resultaat een waarde. Bijvoorbeeld:

5 		// resultaat is 5
2 > 7 		// resultaat is false (= niet waar)
3 * 18 / 2 	// resultaat is 27
5 		// resultaat is 5
2 > 7 		// resultaat is false (= niet waar)
3 * 18 / 2 	// resultaat is 27
5 		// resultaat is 5
2 > 7 		// resultaat is false (= niet waar)
3 * 18 / 2 	// resultaat is 27

Wanneer het resultaat van de expressie waar of niet waar is, wordt dit een voorwaarde genoemd.

Er zijn verschillende soorten bewerkingen die een programmeur kan gebruiken. Zo’n bewerking wordt ook wel een operatie genoemd. Er zijn verschillende soorten operaties. De 2 meest bekende zijn:

Een operatie is een bewerking van 2 waardes. Wanneer je verschillende operaties achter elkaar schrijft (bijv.: 3 * 18 / 2 ) dan worden die operaties uitgevoerd volgens de wiskundige volgorde van bewerkingen.

Een expressie is het geheel van alle operaties die bij elkaar horen. Een expressie kan dus bestaan uit geen, één of meerdere operaties, zolang het resultaat maar een waarde is. Bijvoorbeeld:

5 		// 1 expressie, 0 operaties (waarde is 5)
2 > 7 		// 1 expressie, 1 operatie  (waarde is false)
3 * 18 / 2 	// 1 expressie, 2 operaties (waarde is 27)
5 		// 1 expressie, 0 operaties (waarde is 5)
2 > 7 		// 1 expressie, 1 operatie  (waarde is false)
3 * 18 / 2 	// 1 expressie, 2 operaties (waarde is 27)
5 		// 1 expressie, 0 operaties (waarde is 5)
2 > 7 		// 1 expressie, 1 operatie  (waarde is false)
3 * 18 / 2 	// 1 expressie, 2 operaties (waarde is 27)

Om een expressie te gebruiken moet de programmeur zich houden aan 2 regels:

5 + 2			// error, een expressie kan niet op zichzelf staan
5 + 2;			// error, het resultaat wordt niet gebruikt
var getal = 5 + 2; 	// correct
5 + 2			// error, een expressie kan niet op zichzelf staan
5 + 2;			// error, het resultaat wordt niet gebruikt
$getal = 5 + 2; 	// correct
5 + 2			// error, een expressie kan niet op zichzelf staan
5 + 2;			// error, het resultaat wordt niet gebruikt
int getal = 5 + 2; 	// correct

In dit hoofdstuk worden variabelen gebruikt om de waarde van een operatie op te slaan. Op die manier zal de code geen errors of warnings tonen.

Rekenkundige operaties

In programmeren zal je vaak wiskundige bewerkingen nodig hebben. Dit hoofdstuk gaat over de 4 basis bewerkingen:

Wanneer we in programmeren spreken over een bewerking, noemen we dit ook wel een operatie. Het teken van de bewerking noemen we dan ook de operator. Bijvoorbeeld:

Getallen kunnen gebruikt worden om met te rekenen. Variabelen worden gebruikt om het resultaat van die bewerking bij te houden.

var voorbeeld1 = 5 * 2;
var voorbeeld2 = 9 / 3;
var voorbeeld3 = 7 + 4;
var voorbeeld4 = 8 - 1;
$voorbeeld1 = 5 * 2;
$voorbeeld2 = 9 / 3;
$voorbeeld3 = 7 + 4;
$voorbeeld4 = 8 - 1;
int voorbeeld1 = 5 * 2;
int voorbeeld2 = 9 / 3;
int voorbeeld3 = 7 + 4;
int voorbeeld4 = 8 - 1;

Ook variabelen kunnen gebruikt worden om met te rekenen:

var voorbeeld1 = 6;
var voorbeeld2 = 2;

var voorbeeld3 = voorbeeld1 * 3;
var voorbeeld4 = 8 + voorbeeld2;

var voorbeeld5 = voorbeeld1 / voorbeeld2;
$voorbeeld1 = 6;
$voorbeeld2 = 2;

$voorbeeld3 = $voorbeeld1 * 3;
$voorbeeld4 = 8 + $voorbeeld2;

$voorbeeld5 = $voorbeeld1 / $voorbeeld2;
int voorbeeld1 = 6;
int voorbeeld2 = 2;

int voorbeeld3 = voorbeeld1 * 3;
int voorbeeld4 = 8 + voorbeeld2;

int voorbeeld5 = voorbeeld1 / voorbeeld2;

Logische operaties

Net zoals bij rekenkundige operaties, wordt ook bij logische operaties gesproken over operaties en operators. Logische operaties zijn vergelijkingen tussen 2 waarden of variabelen. Zo’n vergelijking heeft altijd als uitkomst true of false.

In programmeren zal je vaak logische vergelijkingen nodig hebben. De 4 basis vergelijkingen zijn:

Een vergelijking is een soort operatie. Het teken van de vergelijking heet de operator. Volgende operators kunnen gebruikt worden bij vergelijkingen.

Opgelet! Er is een verschil tussen = en ==.

Vergelijkingen geven altijd een booleaanse uitkomst: waar of niet waar. Vergelijkingen worden immers steeds gebruikt om een vraag te stellen:

Het antwoord op deze vraag is altijd ja (true) of neen (false).

Vergelijkingen

Omdat de uitkomst van een vergelijking een booleaanse waarde is (true of false), kan dit worden bijgehouden in een booleaanse variabele.

Bijvoorbeeld:

var voorbeeld1 = 5 > 3; // true, want 5 is groter dan 3
var voorbeeld2 = 5 < 3; // false, want 5 is niet kleiner dan 3
var voorbeeld2 = 5 == 3; // false, want 5 is niet gelijk aan 3
$voorbeeld1 = 5 > 3; // true, want 5 is groter dan 3
$voorbeeld2 = 5 < 3; // false, want 5 is niet kleiner dan 3
$voorbeeld2 = 5 == 3; // false, want 5 is niet gelijk aan 3
bool voorbeeld1 = 5 > 3; // true, want 5 is groter dan 3
bool voorbeeld2 = 5 < 3; // false, want 5 is niet kleiner dan 3
bool voorbeeld2 = 5 == 3; // false, want 5 is niet gelijk aan 3

Uiteraard is het nogal onzinnig om deze vergelijkingen te maken: het is op voorhand al duidelijk dat 3 kleiner is dan 5. Waar vergelijkingen dus echt interessant worden is wanneer je gebruik maakt van variabelen.

var test1 = 27;
var test2 = 17;

var test = test1 < test2; // false, want test1 is groter

test2 = 32;

var test = test1 < test2; // true, want test1 is kleiner
$test1 = 27;
$test2 = 17;

$test = $test1 < $test2; // false, want test1 is groter

$test2 = 32;

$test = $test1 < $test2; // true, want test1 is kleiner
int test1 = 27;
int test2 = 17;

bool test = test1 < test2; // false, want test1 is groter

test2 = 32;

bool test = test1 < test2; // true, want test1 is kleiner

Voorwaarden

Een voorwaarde is een expressie met als uitkomst true of false. Voorwaarden worden gebruikt om code uit te voeren als de voorwaarde waar is. Hierover meer in een ander hoofdstuk.

Coding Guidelines

Wanneer we een operatie uitvoeren, zorgen we steeds voor een spatie voor en na de operator: